Zoals ik hier al wel eens ergens vertelde, hebben we elke week een examen. Iedere week krijgen we een dossier van ergens tussen de 30 en 50 bladzijden en daar volgt dan een test van tien vragen over. Gisteren de eerste vijf testen teruggekregen met de puntjes daarop. Respectievelijk 8,8 – 7,6 – 5,9 – 7,7 – 6,9 in de volgorde van hieronder.

Mij bezoekende sportfreaks, leef je uit met de komende vijftig vragen. Tegen volgende week ofzo zal ik de antwoorden er wel bijzetten, er zitten best wat potentiële quizvragen bij.

Olympische Spelen

1. Benoem en beschrijf de drie Olympische symbolen.
    De Olympische vlag met de vijf ringen: blauw, rood, groen, zwart, geel. Een voor elk continent.
    De Olympische vlam. Sinds Berlijn 1936 wordt de vlam vanuit Athene de hele wereld overgebracht naar de gaststad, waar ze de hele Spelen zal branden.
    Het Olympisch motto: "citius, altius, fortis"

2. We zullen de spelen van Berlijn 1936 voor altijd onthouden voor de formidabele prestaties van de Amerikaanse atleet Jesse Owens. Wat presteerde Owens precies en welke landgenoot herhaalde die prestatie tijdens de Olympische Spelen in Los Angeles in 1984?
    Hij won vier gouden medailles, de 100 meter, 200 meter, 4 x 100 meter en het verspringen. Carl Lewis herhaalde dat huzarenstukje in 1984.

3. In februari 2007 publiceerde een voormalige Amerikaanse atleet zijn autobiografie ‘Silent Gesture’. Op de cover staan twee mannen die hun gebalde vuist naar de hemel richtenm terwijl we een zwarte handschoen dragen. Wie zijn de twee atleten op die foto en wat symboliseerde hun actie?
    John Carlos en Tommie Smith voerden het ‘Black Power’-saluut uit.

4. Er zijn geruchten dat Arthur Conan Doyle, de schrijver van Sherlock Holmes, een van de mensen was die een doodvermoeide atleet over de finish hielp in de marathon tijdens de Olympische Spelen in Londen 1908. Wie was de atleet en wat is zijn droeve verhaal?
    Dorando Pietri stuikte 100 meter voor de finish in elkaar. Hij eindigde dankzij de hulp wel als eerste, maar werd later gediskwalificeerd.

5. Er is maar één vrouw in de geschiedenis die zes gouden medailles won op dezelfde Olympische Spelen. Wie was zij en wanneer zorgde ze voor dit record?
    In Seoul 1988 won de (Oost-)Duitse zwemster Kristin Otto haar zes gouden medailles.

6. De organisators van de twintigste Olympische Spelen in München 1972 probeerden de slechte herinneringen aan de Olympiade in Berlijn 1936 uit te wissen. Waarom zou het een tragisch evenement worden dat niemand ooit zal vergeten?
    Palestijnse fundamentalisten van de Zwarte september-beweging gijzelden negen Israëlische atleten, die ze zouden vrijlaten als Israël zo’n 200 Palestijnen uit de gevangenis zou vrijlaten. Tijdens de poging van de politie om gegijzelden te bevrijden, stierven uiteindelijk 18 mensen.

7. Kostas Kenteris en Ekatarina Thanou werden geen moderne Olympische helden toen de Spelen terugkeerden naar hun geboorteplaats uit de Oudheid en stad van hun hergeboore. Leg uit waarom.
    Ze geraakten ‘zogezegd’ betrokken in een verkeersongeval, waren daarna een tijdje onvindbaar en weigerden dan een dopingtest te ondergaan. Uiteindelijk trokken ze zich ‘vrijwillig’ terug uit competitie in Athene 2004.

8. Toen Leonid Brezhev op 19 juli 1980 de Spelen van Moskou open verklaarde was de politieke situatie licht ontvlambaar.  Wat gebeurde er op dat moment in de wereld en wat waren de gevolgen voor de Olympische Spelen?
    In totaal zo’n 60 landen – waaronder de USA, China en Duitsland – boycotten deze Olympische Spelen als gevolg van de Koude Oorlog en de invasie van Afghanistan.

9. Ze was de koningin van Sydney 2000, maar viel van haar troon na een emotionele bekentenis in 2007. Wie was ze, wat presteerde ze en waarom beëindigde ze haar carrière in 2007?
    Marion Jones won drie gouden medailles (100 meter, 200 meter en 4 x 400 meter) en twee bronzen (verspringen en 4 x 100 meter) in Sydney 2000. In 2007 gaf ze toe dat ze op dat moment doping gebruikte en ging met onmiddellijke ingang op pensioen. Op 11 januari 2008 werd ze door de rechtbank nog veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden omdat ze in het verleden meineed pleegde bij getuigenissen over dopinggebruik.

10. Noem de steden waar de Olympische Spelen meer dan één keer plaatsvonden. Bij welke van die steden was oprichter Pierre de Coubertin voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité.
    Londen, Parijs, Los Angeles en Athene.
    Pierre de Coubertin was voorzitter van het IOC bij Athene 1896, Parijs 1900, Londen 1908 en Parijs 1924.

Atletiek

1. In 1912 feliciteerde koning Gustav V van Zweden decatleet Jim Thorpe met de woorden "U bent de beste atleet ter wereld." Hoe ziet het tweedaagse programma eruit voor de koningen der atletiek en wie is de huidige wereldrecordhouder?
    Eerste dag: 100 meter, verspringen, kogelstoten, hoogspringen en 400 meter. Tweede dag: 110 meter horden, discuswerpen, polsstokhoogspringen, speerwerpen en 1500 meter. De Tsjech Roman Sebrle is de huidige wereldrecordhouder.

2. 1952 en 1972 waren belangrijke jaren voor de ontwikkeling van het kogelstoten want in beide jaren werd een nieuwe techniek uitgevonden die voor betere resultaten zorgde. Hoe heten die twee technieken en wat zijn de verschillen tussen de twee?
    (Parry) O’Brien-techniek: je begint met je rug naar het werpveld, je hopt op één voet en gebruikt een snelle halve draai voor extra kracht.
    (Aleksandr) Baryshnikov-techniek: je begint ook met je rug naar het werpveld, maar in plaats van een hop, maak je anderhalve draai en gebruik je de rotatie om extra kracht te ontwikkelen bij de stoot

3. Ze was de enige die een wereldrecord brak in Athene 2004 en is daardoor $500.000 rijker. Wie is we en in welk nummer specialiseert ze zich?
    Yelena Isinbayeva in het polsstokhoogspringen.

4. Ook al zijn middellangeafstandslopers vaak ook goede langeafstandslopers, het is nog maar twee keer gebeurd dat de 1500m en de 5000m door dezelfde atleet zijn gewonnen op de Olympische Spelen. Wie waren dat en wanneer deden ze het?
    Paavo Nurmi in 1924 en Hicham El Guerrouj in 2004.

5. In de fase van maximumversnelling (tussen 60 en 90 meter) overbruggen 100 meter-sprinters een afstand van 20 tot 30 meter aan hun hoogste snelheid. Wat is de maximumsnelheid die de beste sprinters momenteel halen (mannen en vrouwen)?
    De mannen halen 43,2 km/h, de vrouwen 39,6 km/h.

6. Nadat hij twee keer niet kon deelnemen aan de Olympische Spelen door een boycot van zijn vaderland, won hij in 1992 eindelijk Olympisch goud. Wie is hij en over welke hoogte sprong hij on een wereldrecord te zetten dat tot hiertoe nog steeds niet verbroken is?
    Javier Sotomayor sprong over 2,45 meter.

7. Toen de marathon voor de eerste keer gelopen werd op de Olympische Spelen van Athene in 1896, was het een race van 40 kilometer. Dat was een herdenking van de legende van de soldaat Pheidippides die van het slagveld bij Marathon naar Athene liep om het nieuws te brengen van een Griekse overwinning op de Perzen. Pas in Londen 1908 werd de afstand van 42,195 km geïntroduceerd, die nog nu gelopen wordt. Wat is de oorsprong van dit ongewone nummer?
    De afstand tussen White City Stadium en Windsor Castle in Londen.

8. Uit welke disciplines bestaat de heptathlon?
    100 meter horden, 200 meter, 800 meter, hoogspringen, verspringen, kogelstoten en speerwerpen.

9. De Tsjechische locomotief Emil Zatopek behaalde een historische drievoudige overwinning op de Spelen van 1952 in Helsinki. In welke disciplines?
    5000 meter, 10000 meter en marathon.

10. Er zijn maar twee mannelijke atleten die momenteel in het bezit zijn van twee wereldrecords op Olympische nummers in de atletiek. Wie zijn dat en in welke onderdelen?
    Kenenisa Bekele (5000 meter en 10000 meter) en Michael Johnson (200 meter en 400 meter)

Gymnastiek

1. Noem de zes competitieve disciplines van de Fédération Internationale de Gymnastique.
    MAG: Men’s artistic gymnastics
    WAG: Women’s artistic gymnastics
    RG: rhythmic gymnastics
    ACRO: acrobatic sports
    AERO: aerobic sports
    TRA: trampolining

2. Sinds wanneer strijden de vrouwen als individuën in het uit vier onderdelen bestaande programma in artistieke gymnastiek en wat zijn die onderdelen?
    Sinds 1952. Vloer, sprong, brug met ongelijke leggers en evenwichtsbalk.

3. Wat zijn de basisverschillen tussen het competitieformat van artistieke gymnastiek in de Olympische Spelen en de Wereldkampioenschappen?
    Het format is hetzelfde, enkel fungeren de Wereldkampioenschappen in het jaar voor de Olympische Spelen als kwalificatietornooi voor die Spelen.

4. Wie is de meest succesvolle Olympische atleet in de geschiedenis, als je kijkt naar het totale aantal medailles en uit hoeveel medailles bestaat die indrukwekkende collectie?
    Laryssa Latynina. 18 medailles in totaal, 9 gouden, 5 zilveren en 4 bronzen.

5. Wie is de beste mannelijke turner als je kijkt naar het aantal Olympische gouden medailles in individuele nummers en hoeveel keer was hij Olympisch kampioen?
    Boris Shakhlin won zes gouden medailles in individuele nummers.

6. Noem de vijf onderdelen in ritmische gymnastiek.
    Bal, knotsen, hoepel, touw en lint.

7. Beschrijf de samenstelling en de bevoegdheden van de jury in zowel artistieke als ritmische gymnastiek.
    Artistiek: 8 juryleden: 2 in jury A die de startwaarde bepalen, 6 in jury B die beslissen hoeveel er van die startwaarde gaat, waarbij de hoogste en laagste score geschrapt worden en het gemiddelde van de andere vier het uiteindelijke punt bepaalt.
    Ritmisch: 12 juryleden: 4 om de moeilijkheidsgraad te bepalen, 4 voor de uitvoering en 4 voor het artistieke gehalte.

8. Twee van de beste ritmische turnsters in de geschiedenis delen niet enkel dezelfde naam en nationaliteit (Bulgaars). Wat hebben de landgenotes nog gemeen?
    Ze delen het record voor de meeste individuele all-around ritmische gymnastiek wereldtitels, namelijk drie.

9. Uit welke drie disciplines bestaat het onderdeel trampoline?
    Trampoline, tumbling en dubbele minitramp.

10. Wanneer maakte trampoline zijn Olympisch debuut?
    In Sydney 2000.

Olympische Winterspelen

1. Wie is de meest succesvolle Olympische winteratleet aller tijden en hoeveel Olympische gouden medailles won hij in zijn carrière?
    Bjorn Daehlie won 8 gouden medailles, waarvan 6 individuele.

2. Het duurde 70 jaar tot het leeftijdsrecord voor jongste Olympische winterkampioen werd gebroken in 1998 door de Amerikaanse kunstschaatster Tara Lapinski. Wie was de vorige recordhouder en wat was de andere uitzonderlijke prestatie van deze atleet, buiten de jongste goudenmedaillewinnaar zijn?
    Sonja Henie won goud in drie opeenvolgende Olympische Spelen en tien wereldtitels.

3. Wat was de kortste periode tussen twee edities van de Olympische Winterspelen en wanneer gebeurde dat?
    Twee jaar, tussen 1992 en 1994.

4. In 2004 verscheen de film ‘Miracle’, die een sportgebeurtenis uit de jaren tachtig behandelt die vaak omschreven werd met politieke metaforen referend aan de Koude Oorlog. Welk onverwacht resultaat was de inspiratie van deze film?
    In het ijshockeytornooi versloeg de USA onverwacht de USSR in 1980.

5. De Olympische Winterspelen van 1988 in Calgary waren een belangrijk moment in de geschiedenis van het Alpijns skiën omdat twee disciplines werden toegevoegd aan het uit vijf evenementen bestaande programma (mannen en vrouwen) dat nog steeds bestaat vandaag. Wat zijn die discplines?
    De combiné en de Super G.

6. In Turijn 2006 schreven een 24-jarige skiester en een 34-jarige skiër geschiedenis omdat ze de enige skiërs waren die vier gouden medailles hadden gewonnen. Wie zijn deze atleten, die allebei op pensioen gingen na deze Spelen?
    De Kroatische Janica Kostelic en de Noor Kjetil Andre Aamodt.

7. Australië heeft nog niet veel medailles gewonnen op de Olympische Winterspelen (drie gouden en drie bronzen), maar aan één gouden medaille – die van shorttracker Steven Bradbury in Salt Lake City 2002 – hangt een opmerkelijk verhaal vast. Wat is zijn verhaal?
    Hij was verre van favoriet en had zowel in de kwart- als halve finale geluk om door te gaan naar de finale. In die finale had hij al een achterstand van een halve ronde toen de vier andere schaatsers vielen. Op dat moment moest hij nog enkel overeind blijven en over de finish schaatsen om het goud te winnen.

8. Wie kreeg uiteindelijk toch een gouden medaille in Salt Lake City 2002 en waarom?
    Het Canadese koppel Jamie Salé en David Pelletier eindigde oorspronkelijk als tweede, maar alle waarnemers waren het er over eens dat ze beter gereden hadden dan het Russische koppel Elena Berezhnaya en Anton Sikharulidze. Het Franse jurylid Marie-Reine Le Gougne gaf een dag later toe dat ze onder druk gezet werd om voor de Russen te stemmen en haar stem werd ongeldig verklaard, waardoor beide paren een gelijk aantal punten hadden. Enkele dagen later kregen beide koppels een gouden medaille tijdens een speciale ceremonie. Als gevolg van deze controverse is het hele jurysysteem in het kunstschaatsen veranderd.

9. Wanneer werd de Olympische vlam voor het eerst aangestoken op de Olympische Winterspelen?
    In Oslo 1952.

10. Lake Placid 1980 had een lokale held. Wie was hij en met welke indrukwekkende prestatie verscheen hij in de recordboeken na deze Spelen?
    Eric Arthur Heiden won de vijf evenementen in het shorttrack in Lake Placid. Hij was de eerste atleet die vijf gouden medailles haalde op een Olympische Winterspelen.

Wintersporten

1. In Salt Lake City 2002 werd er een nieuwe discipline toegevoegd aan het Olympisch biathlonprogramma: de achtervolging voor mannen en vrouwen. Beschrijf de competitie (afstanden, startvolgorde, bestraffingen).
    12,5 kilometer voor de mannen, 10 kilometer voor de vrouwen. Je start op basis van je resultaat in de sprint (mannen 10 km, vrouwen 7,5 km) en voor elke misser moet je 150 meter extra skiën.

2. Wat is het verschil tussen rodelen en skeleton (positie, snelheid, tijdmeting) en welk van de twee verscheen het eerste op het Olympisch programma?
    Rodelen: op je rug, maximumsnelheid ongeveer 130 km/h, tijd gemeten in duizendsten van seconden en verving skeleton gedurende lange tijd op de Olympics.
    Skeleton: op je buik, maximumsnelheid ongeveer 130 km/h, tijd gemeten in honderdsten van seconden en was als eerste onderdeel van de Olympische Spelen.

3. Welke sprong wordt beschouwd als de moeilijkste in kunstschaatsen en waarom?
    De axel omdat je hem voorwaarts start in plaats van achterwaarts.

4. Wat zijn de grootste verschillen tussen shorttrack en langebaanschaatsen?
    Langebaan heeft een grotere ovaal, ze gebruiken verschillende schaatsen, shorttrackers dragen een helm en shorttrack is in groepjes van vier tot zes waarbij de eerste (twee of drie) doorgaan naar de volgende ronde en de eerste over de eindmeet in de finale de winnaar is, terwijl bij langebaan twee schaatsers tegelijkertijd rijden in aparte banen waarbij degene met de snelste eindtijd de winnaar is.

5. Welke disciplines zijn onderdeel van de Olympische kalender in Alpijns skiën (in volgorde van snelste tot traagste) en hoe vaak vinden de Wereldkampioenschappen plaats in deze sport?
    Afdaling, Super G, Giant slalom, slalom en combiné. Elke twee jaar.

6. In Lillehammer 1994 werd de aerialscompetitie toegevoegd aan het freestyleprogramma. Op welke onderdelen van de sprong geven de juryleden punten?
    Landing, uitvoering en ‘air’.

7. Leg het belang uit van het K-punt in schansspringen.
    Het K-punt is het punt waar je in theorie zou moeten landen. Als je het overschrijft krijg je twee punten (bij een 90 meter schans) of 1,8 punten (bij een 120 meter schans) per meter bij de 60 punten waarmee je start. Overschrijd je het niet, dan worden dezelfde punten afgetrokken van die score.

8. Wat is het verschil tussen de klassieke en freestyle-techniek in langlaufen en welke van de twee wordt gebruikt in biathlon?    Bij de klassieke stijl zitten je ski’s altijd in de sporen, terwijl je bij freestyle skiet hoe je wil. Freestyle is uiteraard sneller. Biathlon is altijd in freestyle.

9. Tijdens welke Olympische Winterspelen stond snowboarden voor het eerst op het programma?
    Nagano 1998.

10. Als reactie op de controverse rond de jury in het kunstschaatsen tijdens de Olympische Winterspelen van 2002 werd er een nieuw Internationaal Jury Systeem (IJS) ontwikkeld. Sinds 2006 volgen alle internationale competities deze regels, die gebaseerd zijn op twee primaire graden van beoordeling. Benoem en beschrijf deze twee niveau’s.
    TES (Total Element Score): elk element wordt apart geïdentificeerd, benoemd, er wordt een startwaarde voor vastgesteld door een technische specialist en al de punten voor die aparte elementen – gegeven op basis van de GOE – worden dan opgeteld voor de uiteindelijke score.
    GOE (Grade Of Execution): een twaalfkoppige jury beoordeelt de kwaliteit en uitvoering van elk element en geeft een geheel getal tussen -3 en +3 als punt. Op basis van de waardetabel in rule 322 wordt dat cijfer omgezet naar een andere waarde. Van de twaalf juryleden kiest een computer er willekeurig negen uit, schrapt de hoogste en laagste score en neemt dan het gemiddelde van de zeven overblijvende cijfers. Die gemiddelde waarde wordt dan opgeteld bij (of afgetrokken van) de startwaarde van dat element.

Continue reading →